MENSE RECHTEN

Dit is (g)een pijp

Datum: Haarlem, 26-11-2019

Auteur: Martijn Mense

Een merkwaardig fenomeen in het algemeen spraakgebruik is dat bepaalde (semi)juridische termen in een betekenis gebruikt worden die zo’n beetje tegengesteld is aan hun juridische betekenis. Een paar voorbeelden.

Een witz die hier op kantoor de ronde doet, is dat de onbekende makelaar die de term ‘voorlopig koopcontract’ heeft uitgevonden een standbeeld moet krijgen van de advocatuur. Er is namelijk niets voorlopigs aan een voorlopig koopcontract en die misvatting heeft aanleiding gegeven tot massa’s rechtszaken. Wat in de regel bedoeld wordt, is dat een koopovereenkomst onder ontbindende voorwaarden wordt aangegaan. Het meest voorkomende voorbehoud is verkrijging van een financiering. Doet een partij niet of niet op tijd een beroep op een voorwaarde dan is de overeenkomst onvoorwaardelijk geworden. Voorlopig was de overeenkomst nooit.

Een nog vreemdere is ‘het krijgen van een hypotheek’. Met name nieuwkomers op de huizenmarkt kunnen geen hypotheek krijgen, is een veelgehoorde klacht. Naar de juridische betekenis van het woord hypotheek valt die klacht in de categorie totale onzin.

Een recht van hypotheek is een zogenaamd zekerheidsrecht. De zekerheid wordt gevormd door de bevoegdheid van de hypotheeknemer om de zaak waarop het recht van hypotheek is gevestigd openbaar te kunnen verkopen, ongeacht eventuele andere rechten die later op de zaak zijn gevestigd, ongeacht het faillissement van de hypotheekgever en ongeacht het gebruik door de hypotheekgever zelf (meer in het bijzonder bewoning).

De zekerheid waar het om gaat, is de zekerheid van de hypotheeknemer - de geldgever - dat hij zijn vordering, in de regel een vordering tot terugbetaling van uitgeleende gelden bestemd om de verhypothekeerde zaak te kunnen kopen, op de hypotheekgever - de geldnemer - kan verhalen. Terzijde: staat de hypotheek onder water dan zal (openbare) verkoop van de zaak onvoldoende opbrengen om de vordering ter verzekering waarvan de hypotheek is gevestigd te kunnen voldoen.

Wie geeft de hypotheek? Dat is de eigenaar van de zaak. Wie krijgt de hypotheek? Dat is in de regel de geldverstrekker. Het is dus de bank die de hypotheek krijgt en de bank krijgt altijd een hypotheek.

De gelukkige gever van een tophypotheek, al dan niet onder water, kan zich troosten met de gedachte dat het beter is te geven dan te ontvangen.

Martijn Mense, advocaat te Haarlem