MENSE RECHTEN

De merkwaardige lotgevallen van de Geschillencommissie Advocatuur

Datum: Haarlem, 23-04-2019

Auteur: Martijn Mense

Eind 2014 stelde het college van afgevaardigden van de Nederlandse orde van advocaten de Verordening op de advocatuur - in de wandeling Voda genoemd - vast. De Voda bepaalt onder 6.29 dat een advocaat een forumkeuze met de cliënt overeen moet komen voor geschillen over onder meer de hoogte van de declaratie en dat in het geval geschilbeslechting wordt voorgelegd aan een ander dan de bevoegde rechter, deze in de vorm van arbitrage of bindend advies plaats moet vinden.

Het is niet helemaal duidelijk welke andere methode van geschilbeslechting het college voor zich zag bij het formuleren van deze bepaling. Er zijn namelijk weinig (legale) methoden naast arbitrage of bindend advies voor handen. Een advocaat mag in elk geval niet uitgedaagd worden tot een duel als de declaratie niet bevalt (hoewel de bepalingen ter zake uit het Wetboek van strafrecht, artikel 152 Sr en volgende, zijn geschrapt).

Het is ook niet duidelijk wat het college voor zich zag bij de forumkeuze en/of de arbitrage / bindend advies bepaling waar dat consumentenzaken betrof. Een forumkeuze bindt de consument namelijk niet (zie artikel 108 lid 2 Rv) terwijl arbitrage / bindend advies doorgaans zal stranden op sub n. van de zwarte lijst (zie artikel 6:236 Burgerlijk Wetboek).

De ‘regeling’ aangaande geschillen zoals die in de Voda terecht is gekomen, was waarschijnlijk bedoeld om de intrekking van de Wet tarieven in burgerlijke zaken (Wtbz) per 1 januari 2015 te ondervangen. In deze wet uit 1843 was de zogenaamde begrotingsregeling opgenomen. In ‘geval van verschil over het salaris, door den advocaat aan den cliënt berekend, [geschiedt] de begrooting door de raden van toezigt en discipline in de hoofdplaats van het arrondissement waarin de advocaat woonachtig is’ zo bepaalde artikel 32 van deze wet. Voor een eenmaal begrote declaratie kon een bevelschrift gehaald worden op de voet van artikel 39 van de Wtbz.

Het schrappen van dat laatste artikel zorgde weer voor andere problemen die uiteindelijk zijn gerepareerd door de Hoge Raad in zijn arrest van 8 juli 2016 (zie http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2016:1514).

Met de intrekking van de Wtbz werden de begrotingsgeschillen min of meer dakloos, althans op de grote hoop gegooid (lees: veroordeeld tot beslechting in een dagvaardingsprocedure). Het college probeerde dit kennelijk (?) te voorkomen door de raden van toezigt en discipline te vervangen door de Geschillencommissie Advocatuur.

Dit is niet helemaal gelukt. ‘Ongeveer een derde van de advocaten heeft [de] keuze [voor de Geschillencommissie Advocatuur] gemaakt. Dat aantal is volgens De Geschillencommissie en de NOvA al jaren stabiel; naar het waarom is het slechts gissen.’ (bron: https://www.advocatenblad.nl/2018/11/23/snelle-beslechters/).

Het lijkt niet moeilijk redenen te bedenken. i) De Voda schrijft de aansluiting niet dwingend voor. ii) De keuze voor beslechting door de Geschillencommissie Advocatuur bindt de cliënt in veel gevallen niet en is daarmee een kwestie van vrijwilligheid geworden (zie voor wat ketterij van ondergetekende ter zake http://menserechten.nl/nieuwsartikel/advocaat-martijn-mense/waarom-alternatieve-geschilbeslechting-geen-echt-alternatief-is.html). iii) De gewone rechter is (vrijwel) altijd bevoegd.

Ook de advocaat zal niet moeilijk doen als het makkelijk kan. Vos & Vennoten is overigens wel aangesloten bij de Geschillencommissie Advocatuur. Een uitdaging tot duel is in zoverre niet noodzakelijk.

Martijn Mense, advocaat te Haarlem