Boze burgers en wanhopend bestuur - deel 2
Datum: Haarlem, 21-10-2024
Auteur: Martijn Mense
J.G. huurde in 1985 een woning in gemeente A. van X. J.G. gaf deze woning in gebruik of onderhuur aan familieleden. X. maakte daar geen bezwaar tegen. Op enig moment is N. eigenaar van de woning geworden en daarmee de verhuurder van J.G. In 2010 overleed J.G. De huur werd daarna betaald door zijn weduwe E.G.D. De woning werd in die tijd 'ondergehuurd' door W. In 2023 besloot W. te verhuizen. T.G., de kleinzoon van J.G. en E.G.D., zou na W. de woning onder gaan huren van E.G.D.
Gezien de huur die J.G. in 1985 betaalde en de indexaties daarna valt de woning in de reguleerde sector. Gemeente A. had inmiddels een huisvestingsvergunning ingevoerd voor de woning. T.G. vroeg een huisvestingsvergunning aan bij gemeente A. In het kader van die aanvraag moest T.G. een verklaring van zijn verhuurder overleggen. T.G. overlegde een verklaring van zijn verhuurder E.G.D. De gemeente vond dat niet voldoende. Eigenaar N. had de verklaring moeten geven. N. reageerde niet op T.G.'s verzoeken om die toestemming te geven.
Het beleid van gemeente A. voorziet in de afgifte van een principeverklaring waarmee de huisvestingsvergunning min of meer verleend is in het geval er een geschil is tussen de verhuurder en de huurder. Gemeente A. weigerde ook die principeverklaring af te geven omdat er geen geschil is met de verhuurder van T.G. Dat is immers E.G.D. Samengevat: T.G. krijgt geen huisvestingsvergunning omdat de eigenaar die niet zijn verhuurder is geen toestemming geeft en ook geen principeverklaring omdat zijn verhuurder die geen eigenaar is geen geschil met hem heeft.
T.G. diende op 9 januari 2024 bezwaar in bij het college van burgemeester en wethouders tegen die beslissing. De voornaamste reden voor dat bezwaar was de boete die op het bewonen van een gereguleerde woning zonder huisvestingsvergunning is gesteld door gemeente A. Afgezien van de (telefonische) mededeling van gemeente A. op 29 april 2024 naar aanleiding van een ingebrekestelling (die volgens de gemeente te vroeg zou zijn gedaan door T.G.) is tot op heden (21 oktober 2024) niets meer vernomen.
We zullen zien wat het nieuwe jaar brengt. Waarschijnlijk meer overheid die meer overheid aan het 'werk' houdt.
Martijn Mense, advocaat te Haarlem